Lezen Johannes 10:1-21
Ken je dat, dat je in een onbekende stad de weg naar een bepaald adres moet zien te vinden? Zonder plattegrond? Wat een gedoe is dat. Ten einde raad ga je aan iemand de weg vragen. Het eerste dat je hoort is dat je helemaal verkeerd ben gereden en dat je terug moet naar die kruising waar je rechtsaf moet en dan bij het derde stoplicht linksaf tot je op een rotonde komt vlakbij een groot winkelcentrum en dan …. Ja en dan. Je weet nu al niet meer wat die ander je precies gezegd hebt. En kun je die persoon wel vertrouwen? Stuurt hij je wel inde juiste richting of zegt hij zo maar wat? Je hebt van die lolbroeken die je maar wat vertellen. Wat zou je dan graag over een goed navigatiesysteem willen beschikken. Je weet wel zo’n tomtom. Dan hoef je alleen maar het goede adres in te typen en dan leidt hij je langs de kortste weg naar dat adres.
In dit Bijbelgedeelte gaat het over Jezus die van zichzelf zegt dat hij de goede herder is. Een beeld dat in die dagen heel normaal was. Voor ons moderne mensen zegt zo’n begrip herder uit het verre verleden weinig meer. Of we moeten denken aan een folder met plaatjes van heide en bos vol toeristische tips om in bepaalde provincies waar de rust en de folklore nog zijn de toerist moet verleiden daar een weekend door te brengen. Je kent dat wel zo’n romantisch plaatje van een herder op de Drentse heide met een kudde schapen achter zich.
Maar wat doet een herder eigenlijk? Een herder leidt een kudde schapen naar een plaats waar ze kunnen grazen. Hij weet de weg. En hij leidt ze er naar toe. De schapen kennen de stem van de herder en weten dat het goed is. Vol vertrouwen volgen zij de herder met die vertrouwde stem. Als Jezus in onze tijd dit verhaal verteld zou hebben dan had hij waarschijnlijk een ander beeld gebruikt. Dan had hij van zichzelf gezegd: Ik ben de goede ´tomtom´. Als je mij volgt dan kom je op de goede bestemming, op het juiste adres. Ik ben niet zo´n lolbroek die je maar wat vertelt om van je af te zijn, nee ik vertel je precies wat de weg is die je moet gaan. Maar er zijn mensen die een tomtom hebben en dan toch niet naar die stem van de tomtom luisteren omdat ze denken dat ze het beter weten. Je raadt het al, zij verdwalen hopeloos. Het doet denken aan een oud gezang:
Wat de toekomst brengen moge,
mij geleidt des Heeren hand;
moedig sla ik dus de oogen
naar het onbekende land.
Leer mij volgen zonder vragen;
Vader, wat Gij doet is goed!
Leer mij slechts het heden dragen
met een rustig kalmen moed!
Heer, ik wil Uw liefde loven,
al begrijpt mijn ziel U niet.
Zalig hij, die durft gelooven,
ook wanneer het oog niet ziet.
Schijnen mij Uw wegen duister,
zie, ik vraag U niet: waarom?
Eenmaal zie ik al Uw luister,
als ik in Uw hemel kom!
Laat mij niet mijn lot beslissen:
zoo ik mocht, ik durfde niet.
Ach, hoe zou ik mij vergissen,
als Gij mij de keuze liet!
Wil mij als een kind behand’len,
dat alleen den weg niet vindt:
neem mijn hand in Uwe handen
en geleid mij als een kind.
Waar de weg mij brengen moge,
aan des Vaders trouwe hand
loop ik met gesloten oogen
naar het onbekende land.
(gezang 293 uit het Liedboek voor de kerken).
Om over na te denken:
- Wat vind jij ervan om je door een ander te laten leiden?
- Waarom zou Jezus zichzelf met een herder vergelijken en niet bijvoorbeeld met een koning?
- Waar is het Jezus om te doen als hij in gesprek met farizeeën dit verhaal vertelt?
Gebedspunten:
- Bidt dat je niet wijs wilt zijn in eigen ogen maar dat je je vertrouwen op Hem durft te stellen!
Verder lezen:
- Spreuken 3: 5- 7
FL
Stil zijn met Johannes 